Leo Igwe, IHEU's vertegenwoordiger voor West-Afrika, sprak over gewetensvrijheid en religieuze vervolging in Afrika tijdens de 47e zitting van de bijeenkomst van de Afrikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens en Volkeren in Bajul, Gambia, op 13 mei 2010. Hieronder vindt u zijn volledige verklaring. :
Mevrouw de voorzitter,
Afrika is een diep religieuze samenleving. Individuen en groepen over het hele continent belijden en beoefenen verschillende religies, geloofsovertuigingen en overtuigingen. Artikel 8 van het Afrikaanse Handvest voor de rechten van de mens en de volkeren en artikel 18 van het IVBPR erkennen het absolute recht van alle individuen op gewetensvrijheid(1). Gewetensvrijheid houdt de vrijheid in om een religie of overtuiging te belijden, de vrijheid om van religie of overtuiging te veranderen en ook de vrijheid om welke religie of overtuiging dan ook te bekritiseren, en de vrijheid om geen enkele religie of overtuiging te belijden. Helaas wordt in veel Afrikaanse staten individuen en groepen dit fundamentele mensenrecht ontzegd. Intolerantie, vervolging of discriminatie op grond van religie of overtuiging is gebruikelijk en wijdverbreid.
Gedwongen bekering en belijdenis van religieuze overtuigingen, gedwongen identificatie met familie-, officiële of staatsreligies, met name de dominante religies van het christendom en de islam, worden straffeloos gepleegd door statelijke en niet-statelijke actoren.
De sociale en politieke druk op individuen om religieus te zijn en religieus te blijven of een bepaald geloof te belijden is in Afrika te hoog. Mechanismen om de vrijheid van geweten hoog te houden en te verdedigen en individuen te beschermen die van religie veranderen, of die religies bekritiseren of afstand doen van hun religieuze overtuigingen of hun geloof in God of Allah, zijn zwak of bestaan niet in de meeste Afrikaanse staten.
De Internationale Humanistische en Ethische Unie (IHEU) wil de aandacht van de Commissie vestigen op de recente studie over religie en het openbare leven, uitgevoerd door het Pew Forum on Religion and Public Life(2). Uit het onderzoek blijkt dat veel landen in Afrika hoge of zeer hoge beperkingen op de godsdienstvrijheid hanteren. Landen in Noord-Afrika hebben de hoogste overheids- en sociale beperkingen. Religieuze minderheden zijn het doelwit van beperkingen van overheidsacties, beleid en wetten in onder meer Nigeria, Egypte, Soedan, Marokko, Algerije en Eritrea.
Gewetensvrijheid is een kenmerk van een beschaafde samenleving en een noodzaak voor de ontwikkeling van een echte en viriele democratie. Gewetensvrijheid is inherent verbonden met de vrijheid van meningsuiting(3), de vrijheid van vereniging(4) en andere rechten die zijn vastgelegd in het Afrikaanse Handvest. Geen enkel land kan aanspraak maken op het bevorderen en beschermen van de mensenrechten zonder de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging van al zijn inwoners te garanderen.
IHEU roept de Afrikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens en Volkeren op:
–Voetnoten–
1. Artikel 8
De vrijheid van geweten, het beroep en de vrije beoefening van godsdienst moeten worden gegarandeerd. Niemand mag, behoudens de openbare orde, worden onderworpen aan maatregelen die de uitoefening van deze vrijheden beperken.
2. http://pewforum.org/docs/?DocID=491
3.Artikel 9
1 Ieder individu heeft het recht om informatie te ontvangen.2. Ieder individu heeft het recht zijn mening binnen de wet te uiten en te verspreiden.
4. Artikel 10
1. Ieder individu heeft het recht op vrije vereniging, op voorwaarde dat hij zich aan de wet houdt.
2. Behoudens de solidariteitsverplichting voorzien in artikel 29 kan niemand worden gedwongen zich bij een vereniging aan te sluiten.