MONDELINGE VERKLARING
Internationale Humanistische en Ethische Unie
VN-Mensenrechtenraad, 34th Sessie (27th Februari - 31st Maart 2017)
Interactieve dialoog met de speciale rapporteur voor de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging
De IHEU heet de nieuwe speciale rapporteur van harte welkom en dankt hem voor zijn uitstekende rapport, dat een leerzaam overzicht geeft van het recht op vrijheid van godsdienst of levensovertuiging (FoRB).
Wij zijn bijzonder dankbaar voor de herinnering dat het recht op vrijheid van meningsuiting individuen beschermt – en niet geloofsovertuigingen – en dat ‘geloof’ seculiere, niet-religieuze en bredere overtuigingen omvat. Wij nemen met dankbaarheid nota van zijn duidelijkheid over een aantal kwesties die voor ons van groot belang zijn, zoals: dat wetten tegen godslastering en afvalligheid in strijd zijn met het recht op FORB en afgeschaft moeten worden; en de situatie is ernstig voor veel mensen met niet-religieuze overtuigingen wereldwijd, die door staatsonderdrukking worden gemarginaliseerd en tot zwijgen gebracht. Wij danken de rapporteur voor het citeren van onze Rapport over vrijheid van denken in dit verband. [1] Wij herinneren de Raad eraan dat, ondanks Algemeen Commentaar 22 van het Mensenrechtencomité[2] er bestaat nog steeds geen resolutie die specifiek gericht is tegen afvalligheids- en blasfemiewetten, die wijdverbreid zijn en zeer schadelijk zijn.
De Speciale Rapporteur merkt op dat resolutie 16/18 herhaalt dat de grenzen aan de vrijheid van meningsuiting smal zijn – dat wil zeggen de grenzen die neerkomen op “het aanzetten tot dreigend geweld op basis van religie of overtuiging.”[3] Toch hebben staten als Maleisië, de Malediven, Saoedi-Arabië, Rusland en Bangladesh de afgelopen jaren op verschillende manieren atheïsme, 'belediging van de religie' of liberalisme gehekeld als bedreigingen voor de nationale veiligheid of als letterlijk terrorisme (in het geval van Saoedi-Arabië). Er is een essentieel onderscheid tussen het aanzetten tot geweld en het risico dat mensen die het niet leuk vinden wat ze horen, hierop gewelddadig zullen reageren. [4] Zoals opgemerkt door de speciale rapporteur, helpt het Rabat-actieplan dit onderscheid te maken. Staten mogen de onredelijkheid en intolerantie van sommigen niet gebruiken om de vrijheden van anderen te onderdrukken. Vrije meningsuiting en vrijheid van meningsuiting zijn niet tegengesteld aan elkaar. Het zijn elkaar versterkende rechten die gelijkwaardig moeten worden gekoesterd.
Zoals het rapport van de Speciale Rapporteur duidelijk maakt, is er grote behoefte aan verbetering van de geletterdheid rond Artikel 18. Wij zijn van mening dat een panel op hoog niveau over de kwestie, bijeengeroepen door de OHCHR, deze onderneming zou ondersteunen, en zouden dankbaar zijn om de gedachten van Dr. Shaheed hierover te horen.
eindnoten
[1] Het Freedom of Thought-rapport 2016 documenteert 22 landen die afvalligheid criminaliseren. In twaalf van die landen (Afghanistan, Iran, Maleisië, Malediven, Mauritanië, Nigeria, Qatar, Saoedi-Arabië, Somalië, Soedan, Verenigde Arabische Emiraten, Jemen) wordt op ‘afvalligheid’ in principe de doodstraf gesteld. Pakistan kent geen doodvonnis voor afvalligheid, maar wel voor “godslastering”, en de drempel voor godslastering kan erg laag zijn. Je kunt dus in feite ter dood worden gebracht voor het uiten van atheïsme in dertien landen. Zien http://freethoughtreport.com/
[2] A/HRC/34/50, §27
[3] A/HRC/34/50, §15
[4] De externe EU-richtsnoeren inzake levensovertuiging vormen in dit opzicht een goed voorbeeld van goede praktijken. https://eeas.europa.eu/sites/eeas/files/137585.pdf
'Interactieve dialoog met Ahmed Shaheed over vrijheid van meningsuiting', Humanisten Internationaal