MONDELINGE VERKLARING
Internationale Humanistische en Ethische Unie
VN-Mensenrechtenraad, 30th Sessie (14th September - 2nd Oktober 2015)
Algemeen debat, punt 3
In zijn uitstekende rapport over de rol van preventie bij de bevordering en bescherming van de mensenrechten benadrukt de Hoge Commissaris mensenrechteneducatie als een essentieel onderdeel bij het bevorderen van inclusiviteit, respect voor anderen en bij het vergroten van de deelname aan het besluitvormingsproces.[1]
Wij suggereren dat er naast onderwijs nog een – wellicht gemakkelijker verkeerd geïnterpreteerde maar niet minder essentiële – component bestaat uit: seculiere democratie.
Het is essentieel omdat het noodzakelijk is voor het garanderen van inclusiviteit en het waarborgen van vier principes die de mensenrechten onderstrepen: vrijheid, gelijkheid, waardigheid en universalisme.
Het is noodzakelijk voor individuele vrijheid. De oorsprong ervan is geworteld in het principe van het vrije denken, waaruit vele andere rechten voortkomen die de vrijheden garanderen – zoals de vrijheid van godsdienst, levensovertuiging en meningsuiting.
Het is noodzakelijk voor gelijkheid. Aan de basis van het secularisme ligt de gelijkheid van iedereen onder de wet en de afwijzing van discriminerende traditionele, culturele of religieuze praktijken.
Het is noodzakelijk voor de menselijke waardigheid. Het identificeert individuen als gelijkwaardige burgers en niet louter als leden van een religieuze of niet-religieuze groep; dit geeft waardigheid aan het individu als drager van de mensenrechten, en mag niet worden gestereotypeerd als lid van een bepaalde groep of gefetisjiseerd ter wille van een inherent verdeeldheid zaaiende identiteitspolitiek.
Het is noodzakelijk voor universalisme. Terwijl een seculiere democratie ruimte schept voor dialoog en de erkenning van diversiteit, vraagt zij dat argumenten in universele termen worden gepresenteerd om wederzijds begrip te garanderen. Op deze universele fundamenten zijn onze rechten en het vocabulaire dat de hele mensheid gemeen heeft, gegrondvest.
De seculiere democratie biedt een essentieel decor voor het voorkomen van mensenrechtenschendingen en biedt de voorwaarden voor veel van de vereisten die in 24/16 zijn uiteengezet. Mensenrechten zullen alleen floreren in een politiek kader waarin mensen worden gezien als mensenrechtenagenten en niet primair worden gedefinieerd door hun overtuigingen of willekeurige kenmerken [zoals geslacht of ras]. Dienovereenkomstig roepen wij de Hoge Commissaris en de Raad op om de rol van het secularisme bij de bescherming van de mensenrechten te onderzoeken.
eindnoten
[1] A/HRC/30/20, §24-26
'Over de noodzaak van een seculiere democratie', Humanisten Internationaal