MONDELINGE VERKLARING
Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, 27th Sessie (8th - 26th 2014 september)
Universal Periodic Review (UPR): Noorwegen
MONDELINGE VERKLARING
Deze verklaring wordt afgelegd met de steun van de Noorse Humanistische Vereniging[1].
Wij verwelkomen de delegatie en het rapport dat vandaag voor ons ligt. Wij prijzen Noorwegen in het bijzonder vanwege zijn staat van dienst op het gebied van de mensenrechten op het gebied van LHBTI-kwesties en burgerlijke en politieke vrijheden. Er zijn echter een aantal kwesties (met betrekking tot het recht op vrijheid van godsdienst of levensovertuiging en de rechten van het kind) die we tot onze spijt buiten de evaluatie en aanbevelingen hebben zien vallen en daarom willen we ze hier graag ter sprake brengen.
In de eerste plaats zijn we bezorgd over de volgende wijzigingen uit 2012 in de Noorse grondwet: (i) de verankering van het systeem van de staatskerken, (ii) de vereiste dat het staatshoofd lid moet zijn van een kerk, en (iii) de verankering van staatswaarden binnen een specifiek religieus erfgoed. De Speciale Rapporteur voor de Vrijheid van Religie of Overtuiging heeft consequent gewaarschuwd tegen het koppelen van nationale identiteit aan religie, omdat dit inherent burgers met een ander geloof of andere overtuiging uitsluit.
Dienovereenkomstig bevelen wij aan dat zowel de formulering van de Grondwet over religie, kerk en waarden van de grondleggers van de staat moet worden herzien met als doel gelijkheid en non-discriminatie te waarborgen.
Ten tweede zijn we bezorgd over de pogingen van de regering om het vak Religie, Levensbeschouwingen (Levenshouding) en Ethiek (RLE) op de middelbare school zo te wijzigen dat het expliciet het christendom in naam opneemt en ervoor zorgt dat ten minste 55% van de cursus die wordt gegeven omvat het christendom. Dit ondanks het feit dat Noorwegen eerder zijn schoolcurricula op het gebied van religie en ethiek heeft gewijzigd als reactie op voorbehouden van het VN-Comité voor de Rechten van de Mens.
Om de rechten van kinderen op vrijheid van gedachte, geweten en religie te helpen verwezenlijken, heeft het Kinderrechtenverdrag aanbevolen[2] dat de Verdragspartij onderzoek doet naar de manier waarop de doelstellingen van het herziene schoolvak RLE worden bereikt[3].
Wij dringen er bij Noorwegen op aan deze aanbeveling op te volgen. We bevelen ook aan dat het land zijn plannen laat varen om het brede onderwerp RLE om te vormen tot een onderwerp met een eendimensionale christelijke focus. Als de voorgestelde verandering wordt ingevoerd, zijn wij van mening dat de staat op zijn minst een alomvattend opt-outrecht moet toestaan, om de religieuze vrijheid veilig te stellen.
eindnoten
[1] http://www.human.no/Servicemeny/English/
[2] Zie CRC/C/NOR/CO/4, sectie 4 (verwijzend naar de artikelen 7, 8, 13 – 17 en 19 en 37, letter 1 van het Verdrag inzake de rechten van het kind), en §26.
[3] Deze aanbevelingen werden gesteund door de Kinderombudsman, de Raad van Religieuze en Levenshoudingsgemeenschappen en de Stålsett-Commissie.
'UPR-verklaring over Noorwegen', Humanisten Internationaal